Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de voor afdekking van de risico's benodigde weerstandscapaciteit. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt eind 2015 € 2.484.400. Eind 2014 was nog € 11,5 miljoen beschikbaar. Deze forse daling wordt veroorzaakt door het rekeningresultaat 2015.
Waar het verhogen van de verliesvoorziening Bergerden zorgt voor een lagere weerstandscapaciteit zorgt deze eveneens voor een verlaging van de risico's. Mede als gevolg hiervan is de mogelijke gevolgschade van de risico's t.o.v. de cijfers uit de programmabegroting 2016 verlaagd. De mogelijke gevolgschade van de risico's bedraagt eind 2015 € 5.380.000. De ratio weerstandsvermogen is € 2.484.400 / € 5.380.000 = 0,46. Deze ratio heeft de kwalificatie onvoldoende.
Bij de vaststelling van de begroting 2016 is het voorstel aangenomen om in 2017, 2018, 2019 en volgende jaren respectievelijk € 200.000, € 400.000 en € 600.000 in te zetten om het beklemde deel van de algemene reserve te verlagen.
In de begroting 2016 is ook het voorstel opgenomen om de precariobelasting uit te breiden en niet alleen op gasleidingen, maar ook op elektriciteits- en waterleidingen te gaan heffen. De middelen die hiermee gegeneerd worden zullen deels ingezet worden om een deel van de beklemde algemene reserve vrij besteedbaar te maken. Dit heeft al in 2016 een positief effect op de ratio weerstandsvermogen.
Als gevolg van de getroffen maatregelen stijgt de ratio (bij gelijkblijvende risico's) begin 2017 weer naar 1,30 (kwalificatie voldoende) en begin 2018 naar 2,30 (kwalificatie uitstekend).