Naam beleidsnota’s: | Beleidsplan Onderhoud en Instandhouding Gebouwen 2012. |
Jaar van vaststelling: | 13 december 2012. |
Doel: | De gebouwen in stand te houden voor de functie c.q. het gebruik waarvoor het is ingericht en de bedrijfseconomische (vastgoed)waarde van het onroerend goed binnen de vastgestelde instandhoudingstermijn van het gebouw of bouwwerk te behouden. Het daaruit voortvloeiende technisch beheer en onderhoud dient op de meest doelmatige en efficiënte wijze te worden uitgevoerd op een vooraf vastgesteld kwaliteitsniveau. Het behoud van kwaliteit van het bouwwerk is daarbij zeer belangrijk. |
Huidige stand van zaken: | De huidige onderhoudsconditie van de gemeentelijke gebouwen en de daarin aanwezige technische installaties kan, op basis van het uitgevoerde onderhoud in de afgelopen jaren, worden beoordeeld als redelijk tot goed (conform NEN 2767; conditiescore 3 of beter) en voldoet daarmee aan het door de Raad, vastgestelde kwaliteitsniveau voor onderhoud. |
Wat zouden we doen in 2015: | Het college heeft in haar vergadering van 24 maart 2015 het OnderhoudJaarPlan 2015 (OJP 2015) vastgesteld voor de uitvoering van de daarin voorgestelde onderhoudswerkzaamheden van de gemeentelijke gebouwen. Met betrekking tot het de onderhoud jaarplannen van de voorgaande jaren (OJP 2013 en OJP 2014) zijn in 2015 de resterende werkzaamheden in uitvoering genomen en volledig afgerond. |
Wat hebben we gedaan in 2015: | Het merendeel van de onderhoudswerkzaamheden uit het OJP 2015 zijn in voorbereiding genomen, opdrachten verstrekt en zijn de werkzaamheden reeds uitgevoerd en opgeleverd. De verwachting is dat in het tweede kwartaal van 2016 alle onderhoudswerkzaamheden zullen zijn uitgevoerd. |
Bestemmingsreserve gebouwen: | In het beleidsplan is voor 2015 een dekking bereikt van 82% van het totaal benodigde onderhoudsbudget. In de bestemmingsreserve is budgettair geen buffer van enige omvang aanwezig. Als gevolg daarvan kunnen niet alle opgenomen onderhoudsactiviteiten voor uitvoering worden opgevoerd en moeten, met inachtneming van het vastgestelde kwaliteitsniveau voor onderhoud en de urgentiecriteria ‘veiligheid’ en ‘risico op gevolgschade’, prioriteiten worden gesteld aan de voorgenomen onderhoudswerkzaamheden. Werkzaamheden met een mindere hoge urgentie worden doorgeschoven naar een later tijdstip van uitvoering. Dit betekent dat zij niet in het geplande (economisch meest voordelige) uitvoeringsjaar worden verricht. Voor de complete vervanging of ingrijpende renovatie van gebouwen zijn geen middelen gereserveerd. Het afstoten van vastgoed door verkoop moet de dekkingsgraad structureel verhogen. |
Financieel: | In programma 9, onder ‘Wat heeft het gekost?’, zijn de lasten en baten opgenomen bij het prestatiedoel 9.1.3 Onderhouden en beheren gebouwen. |