In opvolging van wat is opgenomen in de nota verbonden partijen dient in de p&c-cyclus te worden gerapporteerd over de verbonden partijen die zijn ingedeeld in categorie 3 ‘groot belang’. Er is gekozen dit te doen in deze paragraaf in tegenstelling tot in de paragraaf verbonden partijen. De verbonden partijen die in deze categorie vallen zijn Presikhaaf Bedrijven, Bergerden, ODRA en GR regio Arnhem Nijmegen (zie paragraaf 5.6 Verbonden partijen).
Het risico van Presikhaaf Bedrijven is opgenomen in de benodigde weerstandscapaciteit en is toegelicht in paragraaf 4.1.1. De ontwikkelingen ten aanzien van Bergerden zijn in de paragraaf 5 toegelicht.
De ODRA is op 1 april 2013 van start gegaan. Per die datum is een dienstverleningsovereenkomst tussen gemeente Lingewaard en ODRA gesloten. ODRA is een uitvoeringsorganisatie voor de uitvoering van Wabo-taken en specialistisch advisering. De gemeente Lingewaard is in het Algemeen en in het Dagelijks bestuur vertegenwoordigd door een lid van het college van burgemeester en wethouders. In principe is er geen verschil tussen de formele en materiële zeggenschap. Echter Lingewaard is vanwege het feit dat een breed takenpakket is ingebracht een grote partner en heeft derhalve op basis van de in de Gemeenschappelijke regeling vastgelegde stemverhouding, meer invloed op bedrijfsprocessen dan andere partners. De ODRA is zoals genoemd een uitvoeringsorganisatie en voert in mandaat taken uit voor de gemeente. Over de wijze waarop taken worden uitgevoerd vindt regelmatig op verschillende niveaus afstemming plaats van uitvoering.
ODRA werkt tot en met 2016 op basis van inputfinanciering. Dat wil zeggen dat ODRA betaald wordt op basis van de in 2013 ingebrachte formatie (aan de hand van uren). Op basis van de te besteden uren wordt een werkprogramma gemaakt. ODRA legt ieder kwartaal verantwoording af over de geleverde prestaties en de bestede uren. Aan de hand van deze rapportages kan de gemeente zonodig bijsturen. De gezamenlijk partners hebben met ODRA afspraken gemaakt over risicobeheersing. Zo is op financieel gebied geregeld dat een batig saldo wordt toegevoegd aan de reserve tot een bepaald maximum. De GR bevat bepalingen over financiële verantwoording naar deelnemers toe. Eventuele risico’s zijn in zeker zin beheersbaar voor de gemeente, zeker omdat tot en met 2016 met inputfinanciering wordt gewerkt. 2016 is een overgangsjaar om te groeien naar outputfinanciering. Outputfinanciering wil zeggen dat de gemeente gaat betalen op basis van geleverde producten.
Eind 2015 is het GO regio Arnhem Nijmegen, als opvolger van de voormalige stadsregio opgericht In het verlengde hiervan is tevens de Stichting Economic Board regio Arnhem Nijmegen opgericht. Lingewaard participeert (in)direct in beide organisaties. Nieuw opgerichte verbonden partijen brengen altijd een risico met zich mee omdat nog niet bekend is hoe deze zich gaan ontwikkelen. Vandaar dat deze het eerste jaar altijd ondergebracht worden in toezichtcategorie 3. Omdat het in dit geval om een GO gaat, alleen gericht op afstemming, is het risico vooral van financiële aard. De bijdrage voor 2016 is vastgesteld op € 1,50 per inwoner per gemeente, waarvan € 1 wordt afgedragen aan de Economic Board. Of dit voldoende is om de jaarlijkse kosten te dekken is nog niet in te schatten. Het verloop hiervan zal vooral door de bestuurder die is afgevaardigd in het bestuur van het GO in de gaten gehouden moeten worden. Omdat het om relatief kleine bedragen gaat hoeft voor dit risico in dit stadium geen voorziening getroffen te worden.