Renterisico's
Voor de toetsing van het renterisico heeft de overheid twee instrumenten gedefinieerd, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel de gemeente kort mag financieren als percentage van de begroting. De toegestane kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal.
De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Het renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar.
In de volgende overzichten worden de renterisico's op de korte en de lange schuld getoetst aan de wettelijke norm uit hoofde van de Wet fido. Zoals uit het volgende overzicht blijkt is de kasgeldlimiet in 2015 alleen in het eerste en tweede kwartaal overschreden. De kasgeldlimiet mag volgens de Wet fido 2 kwartalen achtereen overschreden worden.
KASGELDLIMIET PER 31-12-2015 | |||||
Kasgeldlimiet | |||||
Omvang begroting per 1 januari 2015 | 100.159 | ||||
Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag | 8,50% | ||||
Kasgeldlimiet in bedrag | 8.513 | ||||
(Bedragen x EUR 1.000) | |||||
REALISATIE | |||||
Kwartaal | Jaar | ||||
1: jan-mrt | 2: apr-jun | 3: jul-sep | 4: okt-dec | ||
Vlottende schuld | |||||
Opgenomen gelden < 1 jaar | 3.000 | 8.333 | 2.333 | 0 | 3.417 |
Schuld in rekening-courant | 7.507 | 1.870 | 2.946 | 117 | 3.110 |
Gestorte gelden door derden < 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal vlottende schuld | 10.507 | 10.203 | 5.279 | 117 | 6.527 |
Vlottende middelen | |||||
Uitgeleende gelden < 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Contante gelden in kas | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Tegoeden in rekening-courant | 21 | 15 | 24 | 1.296 | 339 |
Overige uitstaande gelden < 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal vlottende middelen | 21 | 15 | 24 | 1.296 | 339 |
Toets kasgeldlimiet | |||||
Totaal netto vlottende schuld | 10.486 | 10.188 | 5.255 | -1.179 | 6.188 |
Toegestane kasgeldlimiet | 8.513 | 8.513 | 8.513 | 8.513 | 8.513 |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) | -1.973 | -1.674 | 3.258 | 9.692 | 2.326 |
Omdat kort financieren ook in 2015 weer goedkoper was dan lang financieren, heeft de gemeente Lingewaard maximaal gebruik gemaakt van de mogelijkheid om kort te financieren. Omdat volgens de liquiditeitenplanning alleen in de eerste 2 kwartalen de kasgeldlimiet overschreden zou worden, is hier gekozen voor korte financiering.
In de periode februari t/m september 2015 zijn 7 kasgeldleningen afgesloten, om de tijdelijke financieringsbehoefte op te vangen. De rentepercentages varieerden van +0,01% in februari tot uiteindelijk -0,15% in september. Door gebruik te maken van kasgeldleningen in plaats van het geld in rekening courant te laten staan heeft ons dit een voordeel van ruim € 15.000 opgeleverd.
Het renterisico op de vaste schuld blijft zowel in 2015 als gedurende het gehele meerjarenperspectief onder de renterisiconorm, zoals uit het volgende overzicht blijkt. Bij het opnemen van nieuwe langlopende geldleningen zal in ieder geval met deze renterisiconorm rekening worden gehouden, zodat deze ook in de toekomst niet overschreden zal worden. In 2015 zijn geen nieuwe langlopende geldleningen opgenomen, terwijl in de begroting nog uitgegaan werd van € 5.000.000. Het later uitvoeren van investeringen maakte het mogelijk om voorlopig nog met koper kort geld te financieren, vandaar dat in de kolom realisatie 2014 alleen de reguliere aflossingen zichtbaar zijn.
RENTERISICONORM EN RENTERISICO'S VAN DE VASTE SCHULD PER 31-12-2015 | |||||
(Bedragen x EUR 1.000) | |||||
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | ||
Renterisico op vaste schuld | realisatie | budget | budget | budget | |
1a. Renteherziening op vaste schuld o/g | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1b. Renteherziening op vaste schuld u/g | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) | 0 | 10.000 | 10.000 | 0 | |
3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b) | 0 | 10.000 | 10.000 | 0 | |
5. Betaalde aflossingen | 2.729 | 12.672 | 12.636 | 2.636 | |
6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) | 0 | 10.000 | 10.000 | 0 | |
7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6) | 0 | 10.000 | 10.000 | 0 | |
Renterisiconorm | |||||
8. Begrotingstotaal per 1 januari | 100.159 | 100.000 | 100.000 | 100.000 | |
9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage | 20% | 20% | 20% | 20% | |
10. Renterisiconorm | 20.032 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | |
Toets Renterisiconorm | |||||
10. Renterisiconorm | 20.032 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | |
7. Renterisico op vaste schuld | 0 | 10.000 | 10.000 | 0 | |
11. Ruimte(+) / Overschrijding(-) (10 - 7) | 20.032 | 10.000 | 10.000 | 20.000 |
Uit voorgaand overzicht valt op te maken dat er in 2016 en 2017 nieuwe geldleningen moeten worden aangetrokken om de aflossing van bestaande geldleningen te herfinancieren. Het gaat in totaal om € 20.000.000. Hieraan ligt de liquiditeitenplanning van juli 2015 ten grondslag. Deze planning vormde ook de basis voor de programmabegroting 2016. Een samenvatting hieruit volgt hierna.
LIQUIDITEITENPLANNING
(bedragen x € 1.000) | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Inkomsten | ||||
leningen | 10.160 | 10.157 | 153 | 150 |
investeringen | 1.071 | 0 | 0 | 0 |
grondexploitaties | 4.692 | 1.834 | 1.834 | 1.834 |
overig operationeel | 85.383 | 85.286 | 85.465 | 85.419 |
Bergerden | 2.548 | 1.877 | 3.241 | 2.833 |
Totaal inkomsten | 103.854 | 99.154 | 90.693 | 90.236 |
Uitgaven | ||||
leningen | 15.592 | 15.109 | 4.815 | 4.703 |
investeringen | 11.453 | 1.449 | 1.338 | 382 |
grondexploitaties | 4.435 | 330 | 111 | 122 |
overig operationeel | 77.575 | 76.745 | 76.313 | 77.252 |
Bergerden | 1.635 | 405 | 405 | 430 |
Totaal uitgaven | 110.690 | 94.038 | 82.982 | 82.889 |
Totale cashflows | -6.836 | 5.116 | 7.711 | 7.347 |
Saldo rekening courant | -13.052 | -7.936 | -225 | 7.122 |
De onderste regel betreft de geprognosticeerde stand van de rekening courant per het einde van het jaar. In de planning zit nog wel de nodige onzekerheid. Vooral in de grondexploitaties en Bergerden worden inkomsten uit grondverkopen verwacht. Als deze inkomsten tegenvallen, dan kan het zijn dat er nog aanvullende financiering noodzakelijk is. Ook kan nieuwe besluitvorming ertoe leiden dat aanvullende financiering noodzakelijk is.
Kredietrisico's
In het volgende overzicht worden de kredietrisico's op de verstrekte gelden weergegeven. Hiervoor zijn de risico's aangegeven per risicogroep. Kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij, als gevolg van insolventie (onvermogen om zijn schulden te kunnen betalen). Risicogroepen zijn de types instellingen aan wie gelden zijn verstrekt. De risicogroepen zijn gerangschikt naar oplopend risico. Bij de woningcorporaties is het risico het laagst en bij de verenigingen/stichtingen het hoogst.
|
Zoals uit voorgaand overzicht blijkt zijn de kredietrisico's voor de gemeente Lingewaard minimaal. Bij de leningen aan de woningcorporaties geldt het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) als achtervang. Bij de hypothecaire geldleningen heeft elke afzonderlijke lening voldoende onderpand. Ook de startersleningen zijn verstrekt met hypothecaire zekerheid en Nationale Hypotheekgarantie. Alleen voor de leningen verstrekt aan verenigingen/stichtingen bestaat een klein risico, te weten 1,3% van de totale uitzettingen.
In 2014 en 2015 zijn er weer nieuwe startersleningen uitgegeven, waardoor deze restantschuld is gestegen ten opzichte van 2014. Door de lage rentestand in de markt hebben een aantal ambtenaren de hypotheek vervroegd afgelost. De restantschuld aan hypothecaire geldleningen ambtenaren is hierdoor met ruim € 500.000 afgenomen.
Kortom, ondanks de nieuw verstrekte startersleningen, is het totale kredietrisico op verstrekte gelden in 2015 afgenomen.