4 Financiering

2. Risicobeheer

Renterisico's

Voor de toetsing van het renterisico heeft de overheid twee instrumenten gedefinieerd, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel de gemeente kort mag financieren als percentage van de begroting. De toegestane kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal.
De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Het renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar.

In de volgende overzichten worden de renterisico's op de korte en de lange schuld getoetst aan de wettelijke norm uit hoofde van de Wet fido. Zoals uit het volgende overzicht blijkt is de kasgeldlimiet in 2015 alleen in het eerste en tweede kwartaal overschreden. De kasgeldlimiet mag volgens de Wet fido 2 kwartalen achtereen overschreden worden.

KASGELDLIMIET PER 31-12-2015

Kasgeldlimiet

Omvang begroting per 1 januari 2015

100.159

Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag 

8,50%

Kasgeldlimiet in bedrag 

8.513

(Bedragen x EUR 1.000)

REALISATIE

Kwartaal

Jaar 

1: jan-mrt

2: apr-jun

3: jul-sep

4: okt-dec

Vlottende schuld

Opgenomen gelden < 1 jaar

3.000

8.333

2.333

0

3.417

Schuld in rekening-courant

7.507

1.870

2.946

117

3.110

Gestorte gelden door derden < 1 jaar

0

0

0

0

0

Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld

0

0

0

0

0

Totaal vlottende schuld

10.507

10.203

5.279

117

6.527

Vlottende middelen

Uitgeleende gelden < 1 jaar

0

0

0

0

0

Contante gelden in kas

0

0

0

0

0

Tegoeden in rekening-courant

21

15

24

1.296

339

Overige uitstaande gelden < 1 jaar

0

0

0

0

0

Totaal vlottende middelen

21

15

24

1.296

339

Toets kasgeldlimiet

Totaal netto vlottende schuld

10.486

10.188

5.255

-1.179

6.188

Toegestane kasgeldlimiet

8.513

8.513

8.513

8.513

8.513

Ruimte (+) / Overschrijding (-)

-1.973

-1.674

3.258

9.692

2.326

Omdat kort financieren ook in 2015 weer goedkoper was dan lang financieren, heeft de gemeente Lingewaard maximaal gebruik  gemaakt van de mogelijkheid om kort te financieren. Omdat volgens de liquiditeitenplanning alleen in de eerste 2 kwartalen de kasgeldlimiet overschreden zou worden, is hier gekozen voor korte financiering.
In de periode februari t/m september 2015 zijn 7 kasgeldleningen afgesloten, om de tijdelijke financieringsbehoefte op te vangen. De rentepercentages varieerden van +0,01% in februari tot uiteindelijk -0,15% in september. Door gebruik te maken van kasgeldleningen in plaats van het geld in rekening courant te laten staan heeft ons dit een voordeel van ruim  € 15.000 opgeleverd.

Het renterisico op de vaste schuld blijft zowel in 2015 als gedurende het gehele meerjarenperspectief onder de renterisiconorm, zoals uit het volgende overzicht blijkt. Bij het opnemen van nieuwe langlopende geldleningen zal in ieder geval met deze renterisiconorm rekening worden gehouden, zodat deze ook in de toekomst niet overschreden zal worden. In 2015 zijn geen nieuwe langlopende geldleningen opgenomen, terwijl in de begroting nog uitgegaan werd van € 5.000.000. Het later uitvoeren van investeringen maakte het mogelijk om voorlopig nog met koper kort geld te financieren, vandaar dat in de kolom realisatie 2014 alleen de reguliere aflossingen zichtbaar zijn.

RENTERISICONORM EN RENTERISICO'S VAN DE VASTE SCHULD PER 31-12-2015

(Bedragen x EUR 1.000)

2015

2016

2017

2018

Renterisico op vaste schuld

realisatie

budget

budget

budget

1a. Renteherziening op vaste schuld o/g

0

0

0

0

1b. Renteherziening op vaste schuld u/g

0

0

0

0

  2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b)

0

0

0

0

3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g)

0

10.000

10.000

0

3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g)

0

0

0

0

  4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b)

0

10.000

10.000

0

  5. Betaalde aflossingen

2.729

12.672

12.636

2.636

  6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5)

0

10.000

10.000

0

  7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6)

0

10.000

10.000

0

Renterisiconorm

  8. Begrotingstotaal per 1 januari

100.159

100.000

100.000

100.000

  9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage

20%

20%

20%

20%

10. Renterisiconorm

20.032

20.000

20.000

20.000

Toets Renterisiconorm

10. Renterisiconorm

20.032

20.000

20.000

20.000

  7. Renterisico op vaste schuld

0

10.000

10.000

0

11. Ruimte(+) / Overschrijding(-) (10 - 7)

20.032

10.000

10.000

20.000

Uit voorgaand overzicht valt op te maken dat er in 2016 en 2017 nieuwe geldleningen moeten worden aangetrokken om de aflossing van bestaande geldleningen te herfinancieren. Het gaat in totaal om € 20.000.000. Hieraan ligt de liquiditeitenplanning van juli 2015 ten grondslag. Deze planning vormde ook de basis voor de programmabegroting 2016. Een samenvatting hieruit volgt hierna.

LIQUIDITEITENPLANNING

(bedragen x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

Inkomsten

leningen

10.160

10.157

153

150

investeringen

1.071

0

0

0

grondexploitaties

4.692

1.834

1.834

1.834

overig operationeel

85.383

85.286

85.465

85.419

Bergerden

2.548

1.877

3.241

2.833

Totaal inkomsten

103.854

99.154

90.693

90.236

Uitgaven

leningen

15.592

15.109

4.815

4.703

investeringen

11.453

1.449

1.338

382

grondexploitaties

4.435

330

111

122

overig operationeel

77.575

76.745

76.313

77.252

Bergerden

1.635

405

405

430

Totaal uitgaven

110.690

94.038

82.982

82.889

Totale cashflows

-6.836

5.116

7.711

7.347

Saldo rekening courant

-13.052

-7.936

-225

7.122

De onderste regel betreft de geprognosticeerde stand van de rekening courant per het einde van het jaar. In de planning zit nog wel de nodige onzekerheid. Vooral in de grondexploitaties en Bergerden worden inkomsten uit grondverkopen verwacht. Als deze inkomsten tegenvallen, dan kan het zijn dat er nog aanvullende financiering noodzakelijk is. Ook kan nieuwe besluitvorming ertoe leiden dat aanvullende financiering noodzakelijk is.

Kredietrisico's

In het volgende overzicht worden de kredietrisico's op de verstrekte gelden weergegeven. Hiervoor zijn de risico's aangegeven per risicogroep. Kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij, als gevolg van insolventie (onvermogen om zijn schulden te kunnen betalen). Risicogroepen zijn de types instellingen aan wie gelden zijn verstrekt. De risicogroepen zijn gerangschikt naar oplopend risico. Bij de woningcorporaties is het risico het laagst en bij de verenigingen/stichtingen het hoogst.

KREDIETRISICO OP VERSTREKTE GELDEN PER 31-12-2015

Risicogroep

Restantschuld

%

x 1.000 euro

Woningcorporaties

1.938

23,3%

Hypothecaire geldleningen ambtenaren

4.944

59,3%

Startersleningen

1.338

16,1%

Verenigingen/stichtingen

112

1,3%

Totaal

8.332

100%

Zoals uit voorgaand overzicht blijkt zijn de kredietrisico's voor de gemeente Lingewaard minimaal. Bij de leningen aan de woningcorporaties geldt het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) als achtervang. Bij de hypothecaire geldleningen heeft elke afzonderlijke lening voldoende onderpand. Ook de startersleningen zijn verstrekt met hypothecaire zekerheid en Nationale Hypotheekgarantie. Alleen voor de leningen verstrekt aan verenigingen/stichtingen bestaat een klein risico, te weten 1,3% van de totale uitzettingen.
In 2014 en 2015 zijn er weer nieuwe startersleningen uitgegeven, waardoor deze restantschuld is gestegen ten opzichte van 2014. Door de lage rentestand in de markt hebben een aantal ambtenaren de hypotheek vervroegd afgelost. De restantschuld aan hypothecaire geldleningen ambtenaren is hierdoor met ruim € 500.000 afgenomen.
Kortom, ondanks de nieuw verstrekte startersleningen, is het totale kredietrisico op verstrekte gelden  in 2015 afgenomen.