3 Onderhoud kapitaalgoederen

9. Speeltoestellen/-tuinen

Naam beleidsnota’s:

Speelruimteplan Lingewaard “Buitenspelen, ja leuk!”

Jaar van vaststelling:

2007

Programma:

9. Beheer en onderhoud

Doel:

Een voldoende gevarieerd aanbod aan speelvoorzieningen voor alle jeugdigen in elke wijk bieden, waarbij het aanbod invulling geeft aan de vraag naar speelruimte.

Huidige stand van zaken:

Elk kwartaal worden inspecties en onderhoud uitgevoerd om te zorgen voor veilige speeltoestellen die voldoen aan het Attractiebesluit uit 1997 en om letsel bij spelende kinderen te voorkomen. Geconcludeerd kan worden dat de kwaliteit van de speelplekken en speeltoestellen ruim boven de wettelijke norm is.

Wat zouden we doen in 2015:

Naast het reguliere onderhoud en de inspecties was de hoogste prioriteit het verbeteren van de veiligheid door het repareren of in uiterste gevallen weghalen van speeltoestellen. De evaluatie van het speelruimteplan ‘Buitenspelen, ja leuk’ is eind 2013 afgerond en in het voorjaar van 2104 ter vaststelling voorgelegd worden aan het college. In 2015 zouden wij ons vooral richten op de uitvoering van de beleidsregels uit het speelruimteplan die nog niet of niet volledig tot uitvoering waren gebracht.

Wat hebben we gedaan in 2015:

De kwartaalinspecties van de toestellen zijn uitgevoerd en zijn de basis geweest voor onderhoud en vervanging. Op dit moment is er geen sprake meer van achterstallig onderhoud. De evaluatie van het speelruimteplan is begin 2014 door het college vastgesteld. Belangrijkste conclusie is dat de huidige beleidsnotitie nog steeds voldoet en er ruim uitvoering is gegeven aan de beleidsdoelstellingen. Aan de beleidsdoestelling waar nog niet voldoende uitvoering aan is gegeven wordt in de resterende beleidsperiode (2014 – 2017) extra aandacht geschonken.
Technisch wijkbeheer heeft een vast team op het beheer en onderhoud van speelplekken en speeltoestellen gezet. Twee medewerkers zijn opgeleid om toestelinspecties te kunnen uitvoeren.

Voorziening/reserve:

Er is geen voorziening voor speeltoestellen/-tuinen en de onderhouds- en vervangingskosten bij einde levensduur moeten uit de reguliere begroting gedekt worden. Dit met in acht name van de reductie van het aantal toestellen zoals is besloten in het Speelruimteplan. Waar mogelijk wordt getracht om verbetering van speelvoorzieningen mee te laten liften met te ontwikkelen plannen en de kosten te dekken via deze plannen of door subsidieverwerving/co-financiering.

Financieel:

In programma 9, onder “Wat mag het kosten?”, zijn deze lasten en baten opgenomen als een onderdeel van productgroep "Speeltuinen en speelweiden " (prestatiedoel 9.1.1).